Ik schilder sinds mijn 15de levensjaar. In het begin vooral als hobby. Ik wilde er mijn beroep van maken maar volgens mijn vader kon ik beter een studie doen waarmee ik later de kost zou kunnen verdienen. Na wat puberaal gesputter (dat voelde destijds trouwens een stuk serieuzer) ben ik voor de studie geneeskunde gegaan en werk ik nog altijd als arts. Als bedrijfsarts. Toch ben ik altijd blijven schilderen. De eerste 30 jaar als ontspanning, een serieuze hobby. Het waren de jaren van opgroeiende kinderen, drukke banen, je lijf een beentje in conditie houden en zien dat je voldoende slaap krijgt. De laatste jaren, ik ben nu 63 jaar oud, neem ik steeds meer tijd voor het schilderen. Ik ben masterclasses gaan volgen, kijk veel naar online trainingen en maak vele vlieguren achter de schildersezel. De kinderen zijn het huis uit, ik werk nog maar 2 dagen per week, dus er blijft voldoende tijd over.
Portretkunst is het liefste wat ik doe. De mens verveelt me nooit. De laatste jaren werk ik veel in opdracht. Ik werk dan vanaf foto’s die ik het liefste zelf maak. Het model leren kennen is daarbij heel belangrijk voor het plezier tijdens het werk en voor het eindresultaat. Ik hoor vaak zeggen dat je kunt zien dat het werk met liefde gemaakt is en dat ik contact gehad met het model. Dat ik zie hoe het model beweegt, waar het model warm voor loopt in het leven, wat belangrijk is of is geweest. Dat gaat natuurlijk niet altijd. Soms is het werk een cadeau voor iemand die het nog niet weten mag of is iemand al overleden en vraagt een naaste om een portret als aandenken.
Ik werk vrij ambachtelijk. Laag over laag. En iedere keer gaat het werk er een beetje beter uitzien. Heel spannend!