Het verhaal van Fargonda
Ik ben 24 en heb een oudere zus en een jongere broer. Ik ben in Nederland opgegroeid en heb mijn HBO-opleiding optometrie bijna afgerond. Mijn familie behoort tot de Hazara, die in Afghanistan vaak gediscrimineerd en vervolgd worden. Velen zijn dan ook gevlucht en wonen over de wereld verspreid; in Iran, Turkije, Duitsland, België en Nederland.
Mijn ouders zijn hoogopgeleid: mijn vader was jurist en rechercheur en mijn moeder een beroemd gynaecologe in Afghanistan. Van heinde en ver kwamen de vrouwen voor consult naar haar toe. Zij is een onafhankelijke vrouw die pas na haar dertigste trouwde.
Op een gegeven moment werd de situatie in Afghanistan zo onveilig dat mijn ouders besloten alles en iedereen achter zich te laten en halsoverkop naar Nederland vluchtten. Mijn grootouders hebben we nooit meer gezien. Ze zijn inmiddels overleden. Hoewel mijn moeder nu in het ziekenhuis werkt, heeft zij haar geliefde beroep als gynaecologe in Nederland helaas nooit meer kunnen uitoefenen.
Omdat je ouders zoveel hebben meegemaakt en opgeofferd, sta je als kind van vluchteling-ouders onder extra grote druk te presteren en het goed te doen. Dat is lastig. Positief is dat mijn ouders het belang van onderwijs zagen en ons vanaf het begin gestimuleerd, gesteund en geholpen hebben. Zo leerde ik in groep 2 thuis al lezen.
Het wij-gevoel is in onze cultuur erg belangrijk. Iedereen staat altijd voor elkaar klaar en de community is erg belangrijk. Het is niet eenvoudig als kind heen en weer te peddelen tussen deze wij-cultuur en de individualistische westerse cultuur. Door al dat gepeddel heb ik me de laatste vijf jaren sterk ontwikkeld: mijn roots zijn belangrijk, maar ik cijfer mezelf niet meer helemaal weg voor anderen. Als puntje bij paaltje komt, is dit mijn leven.
Mijn ouders zijn met hun kinderen meegegroeid en langzamerhand hebben we steeds meer vrijheid gekregen. Zo moest mijn oudere zus voor bepaalde vrijheden discussies aangaan, terwijl die voor mij vanzelfsprekend werden.
Het doet mij veel pijn dat de media vluchtelingen vaak op een negatieve, zwarte manier afschilderen. Vluchten en je leven op het spel zetten, alles en iedereen achter je laten, doe je niet voor de lol. Ik zou aan de mensen willen vragen zich te verplaatsen in vluchtelingen:
“Hoe zou jij je voelen en wat zou jij doen als je in een land woont waar je je mening niet kunt uiten, jezelf niet kunt zijn, je zomaar doodgeschoten kan worden en de bommen om je heen vallen?”
Jolien Wesselink
We leven in een tijd waarin tegenstellingen tussen groepen uitvergroot worden en de samenleving dringend behoefte heeft aan toenadering en onderlinge verbondenheid tussen mensen. Met deze unieke tentoonstelling creëren wij die verbinding op diverse niveaus.
De portretkunstenaar moet in nauwe verbinding staan met de geportretteerde om tot een indringend, veelzeggend portret te komen. Het is daarom noodzakelijk dat de portretkunstenaar niet alleen aandachtig observeert, maar ook het wezen van het model voelt en ervaart. Zo kan er niet alleen een uiterlijk, maar ook een innerlijk gelijkend portret ontstaan. Het portretteren van een vluchteling impliceert dus het ontstaan van betrokkenheid en verbinding tussen kunstenaar en model.
Opgegroeid in het buitenland heb ik al vroeg ervaren hoe verrijkend en blikverruimend het contact met mensen uit andere culturen is. Meer recent kreeg ik tijdens het geven van taallessen veel bewondering voor de vluchtelingen die zich in hun eigen land durfden te verzetten tegen dictatoriale regimes en de levensgevaarlijke reis naar Europa ondernamen. De veerkracht en moed van deze mensen raakten me. Met deze tentoonstelling geven wij vluchtelingen niet alleen een persoonlijk gezicht, maar creëren wij ook verbinding door samen te werken en samen te exposeren met vluchteling-kunstenaars.
Met onze portretten en de bijbehorende verhalen hopen wij het hart van de bezoeker te raken en zo onze onderlinge verbondenheid als mensen te vergroten.